Hier heb ik mijn tweede verjaardag ook achter de rug en sta ik, zo te zien, stevig op mijn beentjes.
Alhoewel ik toch tegen mijn ‘grote broer’ aanleun, die gekleed is in matrozenpak, de grote mode voor kinderen in de jaren dertig van de vorige eeuw.
In de Kielstraat woonden veel kinderrijke gezinnen.
Kinderen waren er dan ook in alle leeftijden, speelmakkertjes genoeg en je werd onmiddellijk opgenomen, je hoorde erbij.
Deze foto is in 1935 gemaakt door een buurmeisje Marietje Everstijn; haar vader en drie broers van haar staan achter op de foto, eenvoudig omdat zij zo lang waren.
Ik sta vooraan omdat ik de allerkleinste ben.
Trots laat ik mijn speelgoed , hond Teddy, zien.
We zeiden nog geen ‘knuffel’.
De meeste kinderen, die op de foto staan zijn allemaal in de Kielstraat blijven wonen, todat ze in 1942 en 1943 moesten evacueren.
Gelukkig hebben we daar , op dat moment , nog geen weet van.
Integendeel, ondanks de crisisjaren zien we er allemaal stralend en gezond uit.
We werden door onze moeders en vaders goed verzorgd, dat is aan ons te zien ; ondanks dat ze hard moesten werken en ieder dubbeltje omdraaien;.
Rechts is nog te zien de winkeldeur van kapper Lochmans, op de hoek Kotterstraat/Kielstraat.
De straat is nog van de kinderen; we staan rustig te poseren, midden in de straat.
Geen auto te bekennen; de volwassenen gingen lopende of op de fiets naar hun werk.
Wij kinderen wisten niet beter en veel ruimte voor auto’s was er in de Kielstraat niet.
Wij hadden een gelukkige jeugd, die was ingedeeld in : de tollentijd, de knikkertijd, de slingertijd, de hoepeltijd, de hinkeltijd; je kon er de klok op gelijk zetten.
Ineens had iedereen een paar ballen waarmee je tegen de muur ging (als je het kon) met drie ballen, of de meisjes allemaal een springtouw en de jongens speelden hossebok of voetbal.
Het waren ongeschreven wetten, door ons kinderen trouw opgevolgd.
wordt vervolgd Immetje