Immetje vertelt …7

Immetje__album_028 - 7

Een heerlijke zondagmorgen in de zomer van 1937.
We zijn gaan wandelen.
Ik mocht mee met mijn vader en een zuster van mijn moeder, die bij ons logeerde.
Allereerst door de Schipperstraat.
Eer we die uit waren, dat duurde wel even, want iedereen kende iedereen en hier en daar werd dan ook een praatje aangeknoopt.
Mijn tante moest nog al eens horen hoeveel zij wel op haar zuster – mijn moeder – leek.
Toen we voorbij het politiebureau (wat er nu nog is) waren, konden wij wat doorstappen.
Hier en daar een groet, maar daar bleef het bij.
Goed kijken of lijn elf er aankwam (moet je nu nog, maar ook al voor de tweede wereldoorlog) en dan gingen we over de Westduinweg richting de haven.
Daar lagen de loggers en schokkers, zij aan zij.
Mijn tante had een fototoestel bij zich, zo’n vierkant Kodak-boxje en maakte een paar foto’s van de haven en onderwijl vertelde mijn vader, – zelf visserman geweest – het een en ander over de schepen.
Al pratende kuierden we zo naar het strand, waar het heel rustig was en de zee leek heel ver weg, zo breed was het zand.
Het verlengde havenhoofd, zoals het nu is, bestond nog niet, maar wel de golfbrekers.
Daar heeft mijn vader de foto gemaakt van mijn tante, mij en Loekie, onze herdershond, die ook echt poseert.
Een hele wandeling voor een meisje van vier, maar het ijsje op de terugweg, maakte veel goed.
Wordt vervolgd Immetje.