Met vakantie gaan, buiten je geboorteplaats, was in mijn jeugd niet zo gewoon als nu.
Ging je later wel buiten de stad, dan was het weer heel gewoon dat je op de fiets de steden en dorpen bezocht.
Dat hield in dat je veel meer te zien kreeg.
Ook telde mee dat in de jaren vijftig alles nog zo anders was.
Zo fietsten wij een keer in de omgeving van Bunschoten en tot onze verbazing zagen wij niet alleen de vrouwen in klederdracht, maar ook de kinderen.
Natuurlijk heb ik gevraagd of ik op de foto mocht met de moeder en dat schattige kleine meisje met haar pop.
Zo je kunt zien, het is gelukt.
In het dagelijks leven zag je op Scheveningen geen kinderen meer in klederdracht.
Later had ik wel enige oudere vriendinnen, zoals Kniertje Taal en Sientje de Niet, die met hun twaalfde jaar Scheveningse dracht gingen dragen, compleet met hoofdijzer. Toen ik twaalf jaar was, zag je geen meisjes meer in klederdracht.
We hadden toen juist de Tweede wereldoorlog achter de rug.
Een nieuw tijdperk was aangebroken.